THINK PINK
Volgens de tradities van ons gezin maken onze kinderen een reisje met de helft van het ouderlijk gezelschap als ze 10 of 16 jaar worden. Bij Maxime is dat gelukt, hij heeft op zijn tiende een short ski met zijn papa gedaan, op zijn zestiende met mij Londen bezocht. Zo hoort het op je tiende maak je met de ouder van hetzelfde geslacht een 'short trip', op je zestiende het omgekeerde. Sang is de enige die hier nu benadeeld is, onze afspraak gaat door, hoewel de meisjes niet meer met hun papa op 'short-trip' kunnen gaan.
Santo Rini, the place to be als je 16 bent, dochterlief weet alleen niet goed wanneer je zo'n reisje vastlegt als je jarig bent op 17 september. 'Voor' je verjaardag dan heb je het al gehad en in september roept de schoolplicht. Wat een vreselijk dilemma, waarom moest ze nu net dan geboren zijn? Het voorstel om de reis in de paasvakantie van het jaar nadien te plannen was: "Een fantastisch idee, mama!" Als je 16.6 bent dan is Santo Rini zo oubollig, neen dan ga je naar Marrakesh en logeer je in een Riad, een soort Marokkaanse beth and breakfast. Pauline bereidt alles voor en geniet daarvan, ik vind het prima want plannen maken is niet mijn sterkste kant. Ons verhaal gaat terug naar de week van 8 april 2018 waar Pauline en ik op reis gingen naar Marokko.

Ondanks het feit dat we twee uren later toekomen in Marrakesh staat de taxi ons netjes op te wachten, onze eerste indruk van Marrakesh om 23 uur 's nachts is heel verschillend. De taxi stopt midden in een Stationsstraat, maar dan eentje van de jaren 1900. Ik kijk mijn dochter aan: "We zijn er, mama" zegt ze stralend. "We zijn waar, ik zie geen hotel?" Pauline, draait met haar ogen, een Riad mama kijk die man aan de overkant, weet de weg we moeten hier nog even stappen want de auto kan niet in deze straat. De verwende Europese kant in mij twijfelt of ik zou uitstappen, Pauline staat al op straat, de taxichauffeur laadt onze koffers uit en de man van de overkant komt ons tegemoet. De mens geeft ons een hand, neemt mijn koffer over en verwelkomt ons. Hij raadt ons aan hem te volgen en naast hem te blijven stappen. Als een Marokkaanse opa, zorgt hij voor ons, dat is nodig in de wirwar van straatjes. Terwijl we verder in het doolhof stappen stelt hij zichzelf voor als Bouba, hij is opgetogen met mijn naam: Nadia. "Een echte Marokkaanse naam" volgens hem. Ondertussen zijn we aangekomen aan een prachtige zware Eiken deur, die je bij ons enkel nog vindt in antieken kloosters, met een even oude sleutel opent Bouba de deur, het paradijs moet hier vast en zeker beginnen, als we door de inkomhal gaan komen we op een prachtige patio waar fonteintjes en lentebloeiers hun best doen om ons midden in de nacht te begroeten. Voor de aangeboden thee bedanken we, Bouba laat onze kamer zien, een kamer die perfect bij mijn naam past. Na het ontbijt, de volgende ochtend, komt Bouba bij ons zitten en vraagt wat onze plannen zijn, hij geeft ons tips om veilig met ons twee door Marrakesh te wandelen: Handtas gesloten tussen ons in houden, als iemand ons aanraakt stoppen met stappen, de persoon aankijken en zeggen: "Qu' est-ce que tu fait, ne me touche pas, ou nous allons à la police." Die politie en soldaten zijn trouwens op iedere hoek van de straat te vinden, dag en nacht. Als we een taxi nemen moeten we vooraf vragen wat het ons zal kosten, het prijsaanbod van de taxichauffeur met een derde naar beneden bieden, als hij daarmee akkoord is instappen en anders een andere nemen die wel akkoord gaat met onze prijs. Voor 20 dirham geraak je heel Marrakesh rond, volgens Bouba. Ondertussen komt er een Marokkaanse vrouw de Riad binnen, ze heeft een lange oranje jurk aan en draagt haar hoofddoek heel gracieus, ze stelt zichzelf voor als Maxine, de huishoudster. Bouba gaat nog een keer mee met ons door de kleine straatjes, hij toont ons de muren van het paleis, die we voorbij moeten en als oriëntatiepunt kunnen gebruiken om ons paradijsje terug te vinden. De eerste taxi die we nemen gaat vlot:"thirty" zegt de bestuurder "twenty" zeg ik, we zijn meteen vrienden, als we instappen, hij laat ons de belangrijkste moskee, parken, paleis en souks in de Medina zien. We vragen ons af of hij nu 'thirty' of 'thirteen' heeft gezegd voor onze rondrit omdat hij wel heel snel akkoord ging met de 20 dirham. Pauline besluit om ons er geen zorgen meer over te maken: 1,30 euro of 2 euro mama, daar gaan we niet van wakker liggen toch? Bovendien krijgen we waar voor ons geld, ze heeft gelijk mijn economist. Bij het uitstappen geeft onze vriend zijn kaartje, als we hem nodig hebben moeten we hem gewoon maar bellen, hij staat tot onze dienst, we zijn tenslotte vrienden. We bezoeken, genieten, bewonderen de moskee met zijn prachtige tuin, drinken Marokkaanse thee in een rooftop bar, beleven een geursensatie bij de specerijen winkeltjes, wandelen door de kleurrijke tuin Jardin Majorelle, de nog mooiere tuin le jardin secret, eten heerlijke tajine, slenteren door de souks. Op een gegeven moment vraag ik mij af wie naar wie kijkt, een jong Aziatisch meisje met een blonde vrouw, onze vrienden geraken er niet aan uit. Een overenthousiaste souks uitbater vraagt op een gegeven moment aan Pauline: "Are you from China?" Pauline schudt ontkennend met haar hoofd waarop de ander even zijn geloof vergeet en antwoordt: "My God you look Chinees." Wanneer we terugkeren naar onze Riad begroeten de norse wachters aan het Bahiapaleis ons met een Nihao, we hebben er evenveel plezier in als zij. Op woensdag heeft Pauline een dromedaris rit gepland, grijze lucht en regen sturen haar planning in de war. Maxine, de huishoudster, en ik bekijken de buienradar zowel op de Arabische I Phone als de Vlaamse zou het pas rond 14 uur opklaren. Maxine en ik lachen beiden met onze onkunde om de piepkleine cijfers op ons telefoonscherm te lezen, het is de leeftijd zeggen we beiden, we hebben een bril nodig merken we op, we proberen het nog wat uit te stellen, want dan zijn we echt oud is onze conclusie. Ze is 47 Maxine, een prachtige vrouw, die in de Riad werkt met een jeansbroek en haar hoofddoek, rond 15 uur op haar matje bidt en om 17 uur terug verandert in een Marokkaanse schone om met de bus huiswaarts te gaan. Alles staat haar goed, ze is een dame met uitstraling. Als we woensdag namiddag besluiten om de dromedarissen te vervangen door een bezoek aan de Saadian Tombes went Maxine zich nog even tot ons. Ze komt afscheid nemen want op donderdag is ze er niet. "Wat fijn voor jou dat je op donderdag een dag vakantie hebt!" veronderstel ik. "Het is geen vakantie zegt Maxine, ik moet morgen naar het ziekenhuis." Haar ogen worden dof, maar daarom niet minder mooi. "Oei, toch niets ernstig?" Vraag ik. Maxine vertelt dat er in oktober borstkanker bij haar is vastgesteld, in november zijn haar rechterborst en lymfeklieren weggenomen, nu zit ze in een periode van wekelijkse chemo. Ik sta aan de grond genageld, stamel of dat dan wel lukt voor haar, dit werken in de Riad, bedlinnen verschonen, poetsen en opruimen. Maxine oppert dat er geen keuze is voor haar, dat ze inderdaad pijn heeft als ze poetst met haar prothese, dat ze in haar rechterarm 's avonds een zeurende pijn heeft en dat het terug aandoen van de prothese vreselijk is. Als ze niet werkt is er geen inkomen en kan ze de chemo niet betalen, ziekteverzekering voor mensen zoals haar bestaan er niet in Marokko, ze moet alles zelf betalen. Ik vertel haar over Sang en over 2 vriendinnen die ook borstkanker hebben gehad. Dat die vriendinnen nu alles terug doen, helemaal genezen zijn en terug volop leven. Maxine laat haar kaal hoofd zien en de lege rechterkant van haar bovenlichaam. Ik zeg haar terecht, dat ik het helemaal niet zie dat ze geen prothese draagt en dat haar hoofddoek haar prachtig staat, dat vond ik trouwens van de eerste keer toen ik haar zag, ik vind haar nu zelfs nog mooier! We nemen afscheid, zoals twee vriendinnen, een dikke knuffel met onze beide armen rond elkaar, we blijven even zo staan en geven dan elkaar 3 zoenen. "Tu es magnifique", fluister ik nog in haar oor. "Merci à l'éternité!"antwoordt ze.
We verlaten de Riad om het graf van de Sultan te bezoeken. Pauline en ik lopen beiden stil naast elkaar. Hier zijn geen woorden voor, het blijft in mijn hoofd galmen: "Merci à l'éternité..." Ik vraag aan Pauline of ze alles heeft begrepen. Ja hoor mama zegt Pauline, het loopt hier vol met afzetters en Maxine is je oneindig dankbaar voor een knuffel. Er zijn nog mooie mensen op de wereld, Maxine en mijn dochter zijn daarvan het bewijs!